Een tweetal weken geleden ben ik met vrouw en kroost een weekje naar Cadzand getrokken. Kwestie van er met zijn allen een tussen uit te zijn.
We logeerden in "Zomerdorp Het Zwin" waar het zoals de naam zegt nogal doods was gezien het niet meteen zomerweer was. Lekker rustig dus. En zowaar gelegen vlak tegen het Zwin.
Helaas was het de hele week gruwelijk weer. Grijs, regen, wind, ... Niet ideaal voor twee kleine kinderen en ook niet meteen mooi fotoweer. De beste dag bleek de eerste te zijn, toen ik zonder fotogerief de omgeving aan het scouten was.
Ach ja, volgende keer beter.
Slecht weer wil natuurlijk niet zeggen dat ik niet geprobeerd heb om toch nog net dat ene goede moment te vinden. Niet dat het gelukt is, maar ik heb toch goed kunnen uitwaaien.
Bij deze enkele van de meest acceptabele beelden. Al ben ik de eerste om te zeggen dat ze zeker niet denderend zijn.
Embryonale duintjes:
Droogvallende Zwingeul:
Embryonale duintjes bij zwaar stormweer:
De grenspaaltjes in de Zwingeul:
vrijdag 10 december 2010
zondag 31 oktober 2010
Gebruik uw "custom white balance" (en andere eenvoudige lichtmiddeltjes)
Over het algemeen slagen fototoestellen er vrij goed in om de witbalans juist te raden. En "raden" is echt het juiste woord. Want het toestel heeft:
Maar zodra je in een bos belandt lukt het voor de toestellen al veel minder om nog juist te raden. Belangrijke reden: het licht dat op je onderwerp valt heeft allerlei kleurzwemen met groen en roodbruin.
In een bos loont het dus echt de moeite om een "custom white balance" te gebruiken.
Hoe werkt een "custom white balance"?
Heel eenvoudig: je houdt iets voor de lens dat neutraal wit of neutraal grijs is en zegt tegen je toestel "Dit is wit/grijs". Op basis daarvan weet het toestel welk licht er aanwezig is. Zo weet hij hoe hij het licht op de sensor moet interpreteren en kan hij voor al je foto's onder dat licht de juiste kleuren geven.
Opgelet: als het licht verandert moet je dat opnieuw instellen!
Het is wel belangrijk dat het wit/grijs "neutraal" van kleur is. Want onze hersenen corrigeren vanzelf voor het aanwezige licht. Dus een lichtjes blauwgekleurd "wit" blad lijkt voor onze ogen wit. Maar het is niet echt wit. Het is zelfs zo dat onze ogen iets heel lichtblauw witter vinden dat echt neutraal wit. Dus echt wit lijkend papier (en bijvoorbeeld ook waspoeder) is niet echt wit.
Daarom gebruik je best iets wat speciaal gemaakt is als grijskaart. Zelf gebruik ik dit kaartje van Novoflex, maar er zijn ook nog andere gelijkaardige kaarten te koop. En ook nog andere systemen zoals witte halftransparante lensdoppen.
Moet je echt zo'n kaartje hebben om je beelden te verbeteren? Nee. Met een "wit" blad papier kan je je ook al uit de nood helpen. Weet dan wel dat je beeld waarschijnlijk te warm (geler om het blauw te compenseren) zal zijn en dat je daar achteraf nog wat voor moet corrigeren. Maar je komt al dicht in de buurt.
Een voorbeeld: Meidoornbesjes in een herfstig bos.
Het eerste beeld is genomen zonder kleurcorrecties.
Dit is wat mijn toestel er van maakte met een automatische witbalans. Véél te blauw.
Dit tweede beeld toont de besjes mooi rood. In vergelijking met het eerste beeld lijkt dit echt te warm-rood. Maar dat is omdat je eerste het eerste beeld gezien hebt en je ogen daar aan aangepast zijn. Had je dat eerste beeld niet gezien, dan leek deze tweede perfect normaal.
Dit tweede beeld heeft ook nog twee andere veldtechniekjes ondergaan:
- geen flauw benul van wat je hem voorschotelt qua onderwerp
- geen flauw benul welk licht er is
Maar zodra je in een bos belandt lukt het voor de toestellen al veel minder om nog juist te raden. Belangrijke reden: het licht dat op je onderwerp valt heeft allerlei kleurzwemen met groen en roodbruin.
In een bos loont het dus echt de moeite om een "custom white balance" te gebruiken.
Hoe werkt een "custom white balance"?
Heel eenvoudig: je houdt iets voor de lens dat neutraal wit of neutraal grijs is en zegt tegen je toestel "Dit is wit/grijs". Op basis daarvan weet het toestel welk licht er aanwezig is. Zo weet hij hoe hij het licht op de sensor moet interpreteren en kan hij voor al je foto's onder dat licht de juiste kleuren geven.
Opgelet: als het licht verandert moet je dat opnieuw instellen!
Het is wel belangrijk dat het wit/grijs "neutraal" van kleur is. Want onze hersenen corrigeren vanzelf voor het aanwezige licht. Dus een lichtjes blauwgekleurd "wit" blad lijkt voor onze ogen wit. Maar het is niet echt wit. Het is zelfs zo dat onze ogen iets heel lichtblauw witter vinden dat echt neutraal wit. Dus echt wit lijkend papier (en bijvoorbeeld ook waspoeder) is niet echt wit.
Daarom gebruik je best iets wat speciaal gemaakt is als grijskaart. Zelf gebruik ik dit kaartje van Novoflex, maar er zijn ook nog andere gelijkaardige kaarten te koop. En ook nog andere systemen zoals witte halftransparante lensdoppen.
Moet je echt zo'n kaartje hebben om je beelden te verbeteren? Nee. Met een "wit" blad papier kan je je ook al uit de nood helpen. Weet dan wel dat je beeld waarschijnlijk te warm (geler om het blauw te compenseren) zal zijn en dat je daar achteraf nog wat voor moet corrigeren. Maar je komt al dicht in de buurt.
Een voorbeeld: Meidoornbesjes in een herfstig bos.
Het eerste beeld is genomen zonder kleurcorrecties.
Dit is wat mijn toestel er van maakte met een automatische witbalans. Véél te blauw.
Dit tweede beeld toont de besjes mooi rood. In vergelijking met het eerste beeld lijkt dit echt te warm-rood. Maar dat is omdat je eerste het eerste beeld gezien hebt en je ogen daar aan aangepast zijn. Had je dat eerste beeld niet gezien, dan leek deze tweede perfect normaal.
Dit tweede beeld heeft ook nog twee andere veldtechniekjes ondergaan:
- een polarisatiefilter om wat reflecties weg te nemen op de bessen. Niet alles is weg maar de grote reflecties zijn al geminderd.
- een reflectiescherm is gebruikt om de schaduwen op te helderen. Dat wordt zeer veel gebruikt om onderwerpen beter te belichten. Je kan daar iets voor kopen maar je kan aluminiumfolie op ook een stuk karton kleven.
vrijdag 29 oktober 2010
Achterstallige miertjes
Om het jaar af te sluiten wat mieren betreft, nog een paar foto's van een paar weken geleden.
Glanzende houtmier:
Een rosse uit de bossen: (nog te determineren)
Een zwartje uit de tuin: (nog te determineren. Vermoedelijk Lasius niger)
Glanzende houtmier:
Een rosse uit de bossen: (nog te determineren)
Een zwartje uit de tuin: (nog te determineren. Vermoedelijk Lasius niger)
maandag 25 oktober 2010
Slakjes met een 7D
Ondertussen alweer een paar weken geleden heb ik de 7D van Gert Arijs geleend om twee dingen te testen:
Uiteindelijk was het weer vooral geschikt voor slakjes en ben ik de Doode Bemde ingedoken. Het eerste en voornaamste wat ik daar vond waren muggen. Na een beetje zoeken in de moeraszegges vond ik dan deze slakjes.
Vol overtuiging en enthousiast dat ik eindelijk zeggekorfslakken gevonden had ging ik aan de slag. Om na verloop van tijd te merken dat ze toch wel erg op Tolslakjes leken. Nog te determineren maar vast geen zeggekorfslak.
Na een paar minuutjes verder zoeken op een geschikte plek vond ik een aantal kandidaten die wat meer aan de beschrijving van Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana) voldeden:
En hoe beviel de 7D:
- live view
- meer scherptediepte door een kleinere sensor
Uiteindelijk was het weer vooral geschikt voor slakjes en ben ik de Doode Bemde ingedoken. Het eerste en voornaamste wat ik daar vond waren muggen. Na een beetje zoeken in de moeraszegges vond ik dan deze slakjes.
Vol overtuiging en enthousiast dat ik eindelijk zeggekorfslakken gevonden had ging ik aan de slag. Om na verloop van tijd te merken dat ze toch wel erg op Tolslakjes leken. Nog te determineren maar vast geen zeggekorfslak.
Na een paar minuutjes verder zoeken op een geschikte plek vond ik een aantal kandidaten die wat meer aan de beschrijving van Zeggekorfslak (Vertigo moulinsiana) voldeden:
En hoe beviel de 7D:
- De live view bleek redelijk handig voor de slakjes. Voor de miertjes van een uur later bleek het echter geen doen om live view te gebruiken.
- De kleinere sensor (met hogere pixeldichtheid) was ook goed voor de slakjes want zelfs met een 5x-vergroting zijn die nog klein.
- Maar vooral de hogere scherptediepte vond ik interessant. Al had ik beter geen f11 gebruikt want dat geeft eigenlijk toch te veel diffractie naar mijn zin.
Abonneren op:
Posts (Atom)