vrijdag 17 juni 2011

Een week onderweg door Frankrijk en Italië: deel 1


De afgelopen week ben ik een aantal soorten vlinders en libellen gaan zoeken in:
  • Frankrijk: Rhône-Alpes, Auvergne, Bourgogne én Lorraine
  • Italië: Piemonte en Lombardije
Ik heb dus zes regio's gedaan in 7 dagen.
Onderweg heb ik een soort overzicht bijgehouden. Dat ga ik in een paar stukken op mijn blog zetten. 


De doelsoorten waren vier habitatrichtlijnsoorten (bijlage II en/of IV): 
  • Goudooghooibeestje
  • Boszandoog
  • Mercuurjuffer
  • Gevlekte witsnuitlibel

Dag 1:
Vandaag bestond uit rijden. Van Leuven naar Grenoble, in een paar stappen. In een ruk (met onderweg uiteraard een aantal stops om even te bewegen) door tot iets voorbij Lyon. Daar had ik een gebied opgezocht waar Mercuurwaterjuffer zou zitten.
Eenmaal ter plaatse bleek het een groot ontoegankelijk veenmoeras te zijn. Gelukkig was er een mooi educatief pad door een stukje van het gebied maar juffers waren er nauwelijks. En degene die ik zocht helemaal niet.
Omdat een bed toch beter slaapt dan een matje heb ik een F1-hotel gezocht. Daar is niets goed aan behalve de prijs en de gratis wifi.
Vandaag nog geen foto's.

Dag 2:
Tegen de middag was ik in Italië op de eerste mogelijke vindplaats. Helaas, rond het meertje waar ik het beestje verwachtte stond vooral maïs.
Een tweetal uur later op locatie twee: noppes. De Po-vlakte blijkt een groot rijstgebied te zijn. Ik heb er wel ongeveer alle reigersoorten van vlakbij gezien op een half uur.
Weer een uur rijden later op locatie drie. De kilometerteller is ondertussen aan 1300. Frustratie bouwt zich op, samen het de wolken. Niet alleen heb ik nog niet gevonden wat ik zocht, ik heb zelfs nog bijna helemaal geen vlinders gezien.
Na het nodige heen en weer rijden vond ik aan de voet van een plateau een graslandje met een paar leuke maar redelijk gewone soorten. Toch al iets.
Verder op zoek naar een plaats om een tent te zetten zag ik plots tussen de bomen wat heide. Niet meteen waar ik mijn doelsoort verwacht, zeker gezien ik nu boven op een plateau zat. Maar ik heb dan ook geen referentie voor dat beest, dus toch maar proberen.
Twee stappen in de vergraste en zuipnatte natte heide en jawel, het enige wat er vloog waren een twintigtal Goudooghooibeestjes. Ook in Italië zorgen militaire domeinen dus voor natuurbehoud. 

De eerste foto's van de trip: habitatbeelden van Goudooghooibeestje. 


Zoals je ziet landschappelijk en ecologisch totaal niets wat we bij ons ook niet hebben. Gewoon (nu ja, "gewoon") vergraste natte heide. Dit had in eender welk nat heidegebied in Vlaanderen (en vermoedelijk ook Nederland) gemaakt kunnen worden, maar ik ben er voor naar Italië gereden.


Dag 3, tot 7u30:
Vannacht heeft het geregend van 1 tot 4. Om 4.30 is het gestopt met regenen. Een zonsopgang was natuurlijk te veel gevraagd maar ik was al blij dat het droog was zodat ik toch vlinders kon gaan fotograferen.
De Goudooghooibeestjes waren eenvoudig te vinden. Maar bleven ondanks de duisternis niet dikwijls zitten. Het was nog altijd 17°C!
Maar ze staan er wel mooi op denk ik. Het is trouwens een zeer variabele soort qua grootte van ogen en qua streep naast de ogen.
En om 7.30 was de opklaring alweer voorbij en startte de regen opnieuw.
De Goudooghooibeestjes:



1 opmerking:

  1. Héél geslaagd, vooral de eerste vlinderfoto springt er voor mij uit. 'k Ben benieuwd naar de rest!

    BeantwoordenVerwijderen